Iets meer dan een jaar geleden werd het digitale Fightpassport in gebruik genomen. De tijd van een handvol papieren wedstrijdboekjes en een gebrek aan overzicht is definitief voorbij.
De vechtsportsector kent niet de traditionele Nederlandse verenigingsstructuur, die we wel zien bij sporten als voetbal en tennis. Er zijn verschillende bonden en organisaties die wedstrijden, competities en toernooien organiseren en begeleiden. Zij hanteerden allemaal hun eigen administratie. Hierdoor was er nooit overzicht met betrekking tot het aantal partijen dat een wedstrijddeelnemer had gevochten, en hoe vaak hij of zij had gewonnen en verloren. Dit kon ertoe leiden dat onervaren vechters tegenover veel ervarener vechters kwamen te staan, en dat is zeer onwenselijk.
Ook de medische informatie werd niet centraal beheerd. Een vechter die medisch geschorst was bij de ene bond omdat hij knock-out was gegaan, kon het weekend daarna bij een andere bond toch een wedstrijd vechten, en misschien in korte tijd wéér KO gaan. Dit is zeer schadelijk voor de gezondheid en moest dus uitgebannen worden.
Fightpassport
De vechtsportwereld wilde af van de onoverzichtelijkheid. Daarom ontwikkelde de Vechtsportautoriteit het Fightpassport: één uniform, digitaal wedstrijdboekje voor alle kickboksers, Thaiboksers en MMA-vechters. Inmiddels maken alle Nederlandse vechtsportbonden en ringartsen ruim een jaar gebruik van het systeem. Het heeft de papieren wedstrijdboekjes volledig vervangen. Elke vechter heeft een uniek nummer in het digitale systeem, het zogenaamde VA-nummer. Zonder een VA-nummer als bewijs van inschrijving, komt een vechter in Nederland niet meer aan de bak.
Ringartsen
Doordat alle vechtsportbonden de uitslagen na afloop van een evenement verwerken, is er altijd een duidelijk overzicht van de geschiedenis en de actuele status – ook in medisch opzicht – van elke wedstrijdvechter. Hakim Benali is een van de ringartsen die vaak aan de ring te vinden is om de gezondheid en veiligheid van de vechters te waarborgen. ‘Het Fightpassport geeft ons snelle inzage in de medische status van de sporters. Wij kunnen als onafhankelijke partij een besluit tot startverbod zwart op wit vastleggen en onderbouwen. Dit geeft helderheid voor vechters, ringartsen, trainers, promotors en bonden. En matchmakers zien aan de startverbodenlijst of een vechter überhaupt fit to fight is.’
De artsen en de VA houden uiteraard rekening met de privacy van een vechter. Er staan behalve de reden en duur van een startverbod geen verdere medische gegevens in het systeem.
Benali ziet nog een voordeel in een overzichtelijk systeem: ‘Wij kunnen op lange termijn de verzamelde data gebruiken om nieuwe analyses te maken. Bijvoorbeeld wat de meest voorkomende letsels zijn. Hier kunnen we als sport wellicht in de toekomst weer van leren.’
Kinderziektes
Zoals vrijwel onvermijdelijk bij de invoering van zo´n nieuw systeem, had het Fightpassport in de eerste paar maanden te maken met kinderziektes. Dat leidde best wel eens tot irritatie bij de bonden, die de voornaamste gebruikers zijn. Om de plooien uit het systeem te strijken, was er veelvuldig overleg tussen de VA en de bonden, en ook de ringartsen. Dit leidde tot een aantal aanpassingen. De belangrijkste was dat de registratie van de wedstrijdvechters, aanvankelijk gedaan door de vechtsportbonden, voortaan door de vechters zelf wordt uitgevoerd. Het verbeteren van het systeem is een permanent proces, dus de VA blijft van tijd tot tijd aanpassingen doorvoeren om het Fightpassport gebruiksvriendelijker te maken. Op correcte verwerking van de uitslagen wordt door de VA wekelijks gecontroleerd.
Meer kennis
Het jaar 2019 was het eerste volle jaar waarin het Fightpassport bij alle ruim 200 evenementen in Nederland werd gebruikt. Het gaf ons meteen ook meer zicht op onze sporten. We zagen dat in 2019 ruim 8.000 wedstrijdvechters zich inschreven. Hiervan was 75% man en 25% vrouw. Liefst 7.772 mensen schreven zich in als wedstrijdkickbokser of -Thaibokser, en we telden 263 wedstrijd-MMA’ers. (In de eerste maanden van 2020 zijn er overigens alweer bijna 1000 nieuwe vechters ingeschreven, waardoor de teller nu bijna op 9.000 staat.)
Toekomst
Misschien wel de belangrijkste constatering van de analyse was dat de meerderheid van de ingeschreven wedstrijdvechters minderjarig is. ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst,’ luidt het gezegde. Met de toekomst van onze sporten lijkt het wat dat betreft wel goed te zitten. Maar het onderstreept ook nog eens hoe groot de verantwoordelijkheid is van iedereen die bij de sport betrokken is.
De opstartproblemen zijn uit het systeem. Er worden nieuwe stappen gezet om het te verbeteren. De tijd van een handvol papieren wedstrijdboekjes en een gebrek aan overzicht is definitief voorbij. We kunnen al na een jaar concluderen dat het Fightpassport niet meer weg te denken is uit onze sporten.
